Dat de beste ideeën soms in diepe dalen ontstaan, gold in zekere zin ook voor Daan en Peerby. Alle ellende kwam voor hem samen in 2009: zijn huis brandde af, zijn relatie ging uit en als klap op de vuurpijl verloor hij zijn baan bij een softwarebedrijf. Toen hij ook nog werd afgewezen als acteur – zijn idee voor een frisse start – had hij even geen idee wat te doen. Daan was ook voor het eerst sterk afhankelijk van zijn netwerk voor een slaapplek en het delen van spullen. “Ik merkte dat ik dat eigenlijk een veel mooier leven vond en ging inzien dat het idee van totale onafhankelijkheid dat ik eerder nastreefde vooral leidt tot eenzaamheid en verspilling. We zijn allemaal afhankelijk van elkaar en dat is juist mooi. Met dat diepe inzicht wilde ik iets gaan doen. Dat werd Peerby.”
Circulariteit als economie
In een recente podcast deed Daan minutieus zijn verhaal over de ervaringen met zijn bedrijf. “Ik ben veel meer naar circulair gaan kijken als economie en naar de financiële prikkels die nodig zijn om het te laten werken”, vertelt hij samenvattend aan ROM InWest. “De keiharde realiteit is nu eenmaal dat élk verdienmodel – met welk maatschappelijk doel en hoe innovatief ook – in onze westerse economie financieel rendabel moet zijn om te overleven en dus ook om impact te kunnen maken. Alleen als je dat overtuigend kunt aantonen, krijg je als circulaire ondernemer investeerders aan boord. En zelfs dan moeten ook die investeerders een lange adem hebben. Want dat is waar circulair ondernemen vaak om draait.”
Langer rekenen: unit economics
Daan legt uit dat niet het maken van winst, maar juist hele andere waarden meestal centraal staan bij circulair ondernemen. Denk aan hergebruik, delen, reparatie en dus minder nieuwkoop. “Lastig is dat de meeste mensen zulke zaken wel waarderen, maar niet snel bereid zijn om er veel voor te betalen. Delen en repareren doen we bijvoorbeeld juist om geld te besparen. Het gevolg is dat je als ondernemer veel meer ‘rekentijd’ kwijt bent aan je unit economics: je moet alles eerst zo efficiënt inrichten, dat je tóch voor elke transactie een positieve balans hebt. Dan pas kun je gaan denken aan opschalen. Uit eigen ervaring weet ik dat dit een proces van heel veel vallen en opstaan zijn.”
Talrijke uitdagingen
De uitdagingen die Daan tegenkwam met Peerby, begonnen met de hamvraag in hoeverre mensen überhaupt bereid waren om te delen – direct gevolgd door de vraag hoeveel ze bereid waren ervoor te betalen. Daan: “Dat laatste bleek al snel sterk gekoppeld aan ons assortiment, en dus aan het aantal aangesloten leden en de spullen die zij via ons platform deelden. Daarmee groeit immers de kans dat je vindt wat je zoekt. Ook met het verzekeren van gedeelde spullen hebben we lang moeten stoeien. We moesten uitvinden: is dat een vereiste voor mensen? En zo ja: hoeveel willen ze ervoor betalen? Gezien alle vaste lasten voor het onderhoud van ons platform, bleek schaalgrootte uiteindelijk cruciaal om rendabel te zijn.”
Tegen de hoofdstroom in
Tien jaar na zijn eerste stappen met Peerby ziet Daan dat duurzaamheid al veel meer mainstream is. “Maar als ik eerlijk ben, is circulair ondernemen verder nog altijd een flinke uitdaging”, nuanceert hij zichzelf direct. “Wat je namelijk nog steeds aan alles merkt, is dat onze hele economie is ingericht op die ene rechte lijn van nieuwproductie naar verkoop, gebruik en afval. Dat proces is gestroomlijnd, goedkoop gemaakt en wordt nog steeds breed gefaciliteerd door de overheid, bijvoorbeeld met de (grof)vuilophaaldiensten. Het is extra lastig om de status quo te doorbreken zolang alles nog werkt volgens oude lineaire modellen. Stel je eens een stad voor waar iedere week een reparatiedienst aan de deur komt in plaats van de vuilniswagen. Wat voor keuzes maken we dan?”
Systemische veranderingen nodig
Daan ziet gelukkig ook verbeteringen. “Zowel in de samenleving als vanuit de overheid groeit het bewustzijn dat het systeem echt anders moet om dingen te verduurzamen. Dat begint zich ook steeds meer te vertalen naar beleid. Er zijn steeds meer subsidies om circulaire ondernemers met radicalere nieuwe modellen te helpen, bijvoorbeeld de KIA CE – bedoeld voor innovatieve circulaire producten, processen en/of diensten die binnen tien jaar klaar zijn voor de Nederlandse markt. Ook steeds meer investeerders zetten maatschappelijk rendement op één en snappen dat voor circulair ondernemen een langere adem nodig is. Vanuit die filosofie kregen wij ook steun van ROM InWest. Kortom: het begin is er, maar het zijn nog vooral de voorvechters die op dit moment de circulaire economie vormgeven.”
Evolutionair ondernemen
Welke tip heeft Daan voor die voorvechters? Na een lange stilte maakt hij glimlachend de vergelijking met het menselijk lichaam. “Er is niet één tip, net zoals er ook niet één vitaal orgaan is. Naast je hart kun je ook niet zonder je lever, longen en ga zo maar door. Bij circulair ondernemen moet je dat ook zo zien: je bent een levend wezen aan het maken waarvan elk onderdeel moet kloppen. Dat vergt veel rekenwerk, uitproberen, vallen en opstaan en dus ook geduld. Je moet je willen vastbijten in die complexe puzzel. Investeerders moet je meenemen in deze evolutionaire vorm van ondernemen en informeren over hobbels die je tegenkomt. Positief blijven is ook ontzettend belangrijk. Besef daarom dat jouw innovatie misschien nog niet de kip met het gouden ei zal blijken, maar sowieso een duw in de goede richting is of een kettingreactie teweeg kan brengen. En hou je vast aan het idee dat zaken als repareren en delen universele menselijke behoeften zijn.”